Binnen het Hand & Pols Centrum zien we regelmatig mensen die geopereerd zijn aan de pols vanwege het ‘Carpaal Tunnel Syndroom’. Heeft u last van tintelingen, doofheid of pijn in uw hand, vooral ’s nachts? Dat zijn signalen die kunnen wijzen op het Carpaal Tunnel Syndroom (CTS). In deze blog leggen we uit wat CTS precies is, hoe het ontstaat, wat u eraan kunt doen en wanneer een operatie noodzakelijk is.
Wat is het Carpaal Tunnel Syndroom?
Uw hand bevat drie belangrijke zenuwen die zorgen voor gevoel en de aansturing van de spieren. Eén van deze zenuwen, de mediane zenuw, loopt door een nauwe doorgang in uw pols: de carpale tunnel. Als er te veel druk ontstaat in deze tunnel, raakt de zenuw bekneld en kunnen prikkels minder goed worden doorgegeven. Dit kan leiden tot:
- Tintelingen of doofheid in de duim, wijsvinger en middelvinger
- Pijn of branderigheid, vaak in de handpalm
- Zwakte in bepaalde spieren van de duim, vooral in de duimmuis
Waarom ontstaat CTS?
Het is niet altijd even duidelijk waarom iemand CTS krijgt. Het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Er zijn een paar factoren die mee kunnen spelen.
- Hormonen: Zwangerschap en de overgang verhogen de kans op CTS door vochtophoping.
- Andere aandoeningen: Diabetes en reumatoïde artritis kunnen CTS verergeren.
- Overbelasting van de pols: langdurige repeterende bewegingen van de hand of pols of langdurig ver gebogen houding van de hand, bijvoorbeeld bij autorijden of in uw slaap.
- Letsel: CTS kan bijvoorbeeld ontstaan na een gebroken pols of hand.
CTS-klachten beginnen vaak geleidelijk. U kunt tintelingen ervaren die ’s nachts erger worden en die weer minder kunnen worden door met de hand te wapperen. Vaak buigen we tijdens het slapen onbewust onze pols, dat verklaart waarom ’s nachts de klachten verergeren. Naarmate de klachten toenemen, kunt u ook overdag pijn of zwakte voelen, bijvoorbeeld bij dagelijkse activiteiten als tillen, poetsen of het vasthouden van uw telefoon.
Wat kunt u doen aan CTS?
De meeste mensen met CTS kunnen hun klachten goed onder controle krijgen met een conservatieve behandeling – zonder operatie. Hier leest u enkele manieren waarop handtherapie kan helpen:
- Handtherapie: Een handtherapeut kan specifieke oefeningen en adviezen geven om uw pols te ontlasten. Hierdoor krijgt de carpale tunnel meer ruimte, waardoor de zenuw de kans krijgt om te herstellen.
- Spalken: Een spalk, vooral ’s nachts, zorgt ervoor dat uw pols recht blijft, waardoor er minder druk op de zenuw komt.
- Advies over polsgebruik: Let op uw polshouding bij activiteiten als tillen, poetsen en het vasthouden van zware voorwerpen. Probeer de pols recht te houden en minder kracht uit te oefenen met de vingers.
Wat als de klachten aanhouden?
Als deze therapieën niet genoeg verlichting bieden, kan een handchirurg overwegen om een injectie te geven of een kleine ingreep uit te voeren om de carpale tunnel wijder te maken. Dit kan de druk op de zenuw wegnemen en blijvende verlichting bieden. Bij een normaal verloop na een operatie van een Carpaal Tunnel Syndroom is nabehandeling meestal niet nodig. Mocht er een complicatie zijn of een andere reden om toch na te behandelen helpen onze handtherapeuten u met oefeningen, hulpmiddelen en advies. Wilt u een deskundig advies inwinnen bij het Hand & Pols Centrum over uw polsklachten, vraag dan een verwijzing aan uw huisarts naar een locatie van ons centrum bij u in de buurt.
Wilt u nog meer weten over het Carpaal Tunnel Syndroom? Op deze website vindt u eveneens uitgebreide informatie over deze aandoening.